De verkleedwedstrijd
Waarin blijkt dat ook de kinderen van Sipke uit bijzonder hout gesneden waren.
Herman vertelt :
In de jaren tussen 1920 en 1930 waren we als groot gezin regelmatig op het strand van Beverwijk te vinden.
Vader Sipke zat vaak te schetsen en moeder hield ons in de gaten vanuit de schaduw in haar grote rieten strandstoel.
Een hoogtepunt was in de zomer de grote verkleedwedstrijd, die jaarlijks door de plaatselijke winkeliers werd georganiseerd om wat toeristen en belangstellenden naar het strand te lokken.
Zo ook weer in het jaar 1925….overal in Beverwijk hingen de aanplakbiljetten met daarop de aankondiging van het jaarlijkse verkleedgebeuren.
“Jongens hebben jullie het gezien, over veertien dagen is er weer de verkleedwedstrijd.
Daar gaan we nou eens met z’n allen aan meedoen….en we gaan de wedstrijd ook winnen”.... schreeuwde Herman toen hij op zondag uit de kerk thuiskwam en de hele familie in de achtertuin aan de thee zat.
“Wat moeten we dan doen” vroeg Minnie .
"Kunnen we er ook wat mee winnen “ vroeg Flip.
"Ik weet niet of ik dat wel durf” zei Rie.
“Het is heel eenvoudig” zei Herman. "We gebruiken de kleren die vader vorig jaar meenam uit Palastina en vullen het aan met wat lappen en doeken en verder wat spullen uit het atelier…wat potten en vazen en wat oosterse sieraden.We gaan als oosters gezin …een vader en een moeder met een stel kinderen.
Dat hebben ze hier in Beverwijk nog nooit gezien.”
“Ik doe mee” zei Minnie…”ik ben de moeder en jij Herman natuurlijk de vader.
Rie, Flip, Leendert, Annie, en Raphael zijn onze kinderen.
Dan leggen we Raphael in de oude kinderwagen”.
“Ik vind het een fantastisch goed plan Herman “ zei vader Sipke…..”daar wil ik graag aan meewerken, ik heb nog wel meer oosterse kleren, die jullie kunnen gebruiken…wat een mop….daar gaat heel Beverwijk over praten.
Moeder was natuurlijk wat minder enthousiast, zoals gewoonlijk bij de wilde plannen, die Sipke of haar kinderen soms hadden.
“Er zijn ook nog mooie prijzen te winnen” zei Herman….voor moeder een mand met boodschappen en voor ons allerlei zakken met snoep.
“Krijgen we het niet veel te warm in die kleren ?” vroeg Rie.
“Ach, joh …juist niet, waarom denk je dat de mensen daar altijd al die lappen aan hebben, dan blijf je juist koel” zei Minnie.
“We gaan meteen oefenen” zei Herman….die steeds enthousiaster werd.
“Ik ga ons morgen gelijk opgeven”.
“Ik moet eigenlijk nog wat huiswerk maken “ zei Rie.
“Dat kan wel wachten…we gaan nu eerst alle kleding verzamelen en afspreken wat we precies doen" zei Minnie.
De dagen tot aan de grote dag werd er in huize Van der Schaar nauwelijks nog over iets anders gesproken.
De achtertuin was het oefenterrein en de berg met verkleedkleren groeide met de dag.
“Wel voorzichtig met die mooie kleren” zei vader…"ik moet ze nog wel kunnen gebruiken".
Hij gebruikte de oosterse gewaden wanneer hij voor zijn schilderijen een figuur wilde schilderen…vaak moest Herman of Minnie dan in die kledij poseren…dan maakte hij snel wat schetsen,want veel geduld hadden zijn kinderen niet.
Eindelijk was het zaterdag 15 augustus en het beloofde een prachtige dag te worden.
Inmiddels was er onder leiding van Herman en Minnie een soort draaiboek samengesteld en wist iedereen wel ongeveer zijn rol ….alleen Leendert was een onzekere factor, die kon soms ineens iets raars doen of weglopen.
Flip was van kind bevorderd tot oosterse koopman en leendert speelde zijn knecht.
Alle kleding werd in de kinderwagen geladen en Raphäel werd er boven op gelegd.
“Voorzichtig met mijn kleine lieverdje” riep moeder nog bezorgd, toen de hele karavaan in de richting van het strand vertrok.
“Wij komen straks kijken hoor” riep vader.
Gisteravond had hij nog Herman bij zich geroepen op het atelier…
”Ik heb een verrassing voor je”, zei hij, “als je belooft er geen gekke dingen mee te doen mag je het grote oosterse zwaard morgen meenemen…maar jij bent verantwoordelijk en alleen jij mag het dragen…je geeft het niet uit handen…aan niemand”.
Aan het strand was het al aardig druk …en de optocht van de Van der Scharen trok meteen al veel bekijks…en dan moesten ze zich nog verkleden.
Met wat schoensmeer en veel veiligheidspelden stond er na een poosje een fantastisch oosters echtpaar op het strand met drie kinderen en een koopman die veel oosterse spullen bij zich had..
Het was een heel spektakel….in hun lange authentieke oosterse gewaden.
De kinderwagen was niet echt oosters en dus droeg Minnie haar ‘zoon’ Raphael en liep ze samen met ‘man’ Herman over het strand naar de koopman met zijn knecht….waarna ze gingen onderhandelen over de prijs van potten, pannen en wat sierraden.
De fotocamera’s van de fotografen stonden niet stil…..dit was nog eens nieuws…dat hadden ze nog nooit gezien, in Beverwijk.
Dat was nog eens iets anders dan de verklede brandweermannen, kolenboeren, politieagenten ….dit was uniek….’t was eigenlijk een ongelijke strijd.....wie de eerste prijs zou winnen was voor iedereen duidelijk.
Het ging als een lopend vuurtje door Beverwijk en het strand liep helemaal vol.
Verslaggevers verdrongen zich rond Herman en Minnie….nou die wilden best vertellen hoe ze aan die kleding kwamen.
De winkeliersvereniging was dik tevreden en de Van der Scharen waren in één klap bekend in heel Beverwijk.
Moeder kreeg een grote mand met boodschappen en alle kinderen konden zich misselijk eten aan het vele snoep.
De volgende dag stond er een groot artikel in de plaatselijke krant met veel foto’s van de verklede kinderen van de kunstenaar Sipke van der Schaar….de excentrieke schilder die vaak verre reizen maakte.
Helaas was de regel: winnaars zijn het volgende jaar uitgesloten van deelname.
Het verhaal wil dat Herman, na de zo succesvolle wedstrijd, soms zo maar voor de lol in een oosters gewaad naar het strand ging….het opvallen en bewondering afdwingen zat in zijn genen…de appel was niet ver van de stam gevallen.